Voor herhaling vatbaar

Een volmondig ‘Ja’ is wat de toezichthouders Aw en WSW antwoorden aan Tinka van Rood, bestuurder van Trivire, als zij hen vraagt bereid te zijn om ‘mee te stretchen’ nu dat van woningcorporaties wordt verwacht.

Open en kwetsbaar gingen toezichthouders en bestuurders op 10 februari jl. in Breukelen met elkaar in gesprek: hoe zorgen zij er samen voor dat we als sector afspraken uit de Nationale Prestatieafspraken waarmaken?

Alle deelnemers spraken uit dit gesprek volgend jaar nogmaals met elkaar te willen voeren. Dat is een prachtige uitkomst.

Een kwetsbaar gesprek

“De masterclass zonder master omdat iedereen deelnemer is”, zo opent dagvoorzitter Ruben Maes de sessie.

De deelnemende bestuurders zitten in twee ruime cirkels om een intieme huiskamer heen waar gasten op één van de vier fauteuils mogen plaatsnemen. In twee rondes worden twee thema’s besproken waarvoor een openingsvraag wordt ingebracht door een bestuurder. Twee observanten nemen het gesprek waar en vatten deze samen.

  • De balans tussen ‘moed’ en ‘overmoed’: gericht op het voeren van het goede gesprek in de boardroom.
  • Elkaar vasthouden én ervoor gaan: gericht op het realiseren van de Nationale Prestatieafspraken (NPA) en wat dit vraagt van alle partijen

Voor de masterclass nodigde het NVBW-bestuur Guido van Woerkom (voorzitter VTW), Rob Rötscheid (bestuursvoorzitter WSW), Ton Hugens (directeur Aw) en Martin van Rijn (voorzitter Aedes) uit om het met elkaar te hebben over de houding, het gedrag en het handelingsrepertoire om samen de doelen te halen.

De balans tussen ‘moed en ‘overmoed’

Monique Brewster (Woonforte) wordt door Ruben Maes als eerste uitgenodigd om een vraag in te brengen.
Monique wil graag weten wat je moet doen als je als bestuurder niet in de file aan wilt sluiten, maar de vluchtstrook wilt nemen voor sneller resultaat. Wat doet zoiets in de relatie met RvC en bestuurder, in de wetenschap dat dé RvC niet bestaat, maar dit altijd een opstelsom en samenspel van individuen is.

Monique heeft de voorzitter van haar RvC, Erik Kemperman, meegevraagd. Een aantal interessante zaken die gasten meegeven delen we in deze sfeerimpressie.

Erik neemt plaats in de huiskamer en verwondert zich allereerst over het feit dat hij meende dat het ging over de balans tussen ‘moet’ in plaats van moed, in de wetenschap dat de NPA in korte tijd zijn opgesteld en deze leidend voor zijn corporaties.

Ook Guido van Woerkom wordt uitgenodigd voor de huiskamer. Guido geeft bij zijn introductie al aan dat de sector de uitdaging alleen kan realiseren als we het samen doen, “ritssluitend” zoals hij het omschrijft.

Na korte tijd treedt ook Martin van Rijn toe. Martin geeft mee dat de sector breder moet kijken dan alleen de financiële continuïteit. Een RvC zou met een bestuurder het gesprek moeten voeren hoe de maatschappelijke opgave het beste wordt gediend. Ook Lucas de Boer heeft het als huiskamergast over risicobewustheid en wil meegeven dat de sector ook een risico loopt doordat het de maatschappelijke opgave niet kan realiseren.

Tegelijkertijd geeft Erik mee dat spilzucht en dadendrang voorkomen moet worden als een corporatie toevallig een te hoge buffer heeft. Martin geeft mee dat centrale regie niet zo gek is. Dit wordt door een aantal huiskamergasten beaamd.

Woningcorporaties acteren in netwerken, maar de raden van commissarissen kennen elkaar niet. Dan is het voor hen lastig acteren in de regio, geeft Guido van Woerkom mee. Daarnaast blijf je als commissaris een verantwoordelijkheid dragen. Je moet je als commissaris niet over de rand laten duwen, wetende dat in deze tijd er discussie is over wat de rand is.

Na afloop van het gesprek delen de observanten wat zij waarnamen.

Zij zien dat bestuurders de neiging hebben om grenzen weg te lachen. Terwijl: juist als het spannend wordt en het schuurt moeten we als bestuurders positie durven nemen. De bestuurder is zelf ook aan zet.

Een laatste eye-opener die gedeeld wordt rondom dit thema komt uit het gesprek tussen Rob Donninger en Marieta Peek-Marlet als het gaat over de haalbaarheid en hoe realistisch plannen van corporaties zijn. ‘De zorg bij het WSW is niet dat we als sector teveel ambitie hebben, maar dat het van het WSW aan de voorkant veel vraagt om de financiering te realiseren die dan toch niet nodig blijkt.’

Mooi om zo van perspectief te kunnen wisselen!

Elkaar vasthouden én ervoor gaan

Voor het tweede thema is Tinka van Rood gevraagd om de openingsvraag voor te bereiden. Tinka opent met de opmerking dat “er in het heetst van de strijd geen ruimte is voor het gesprek over spelregels, en dat dus de spelregels daarvoor al besproken moeten zijn. De werkelijkheid is immers niet zwart/ wit maar vele tinten grijs”. Zij nodigt de Aw en het WSW uit om plaats te nemen in de huiskamer.

Tinka constateert dat met de NPA een nieuwe volkshuisvestelijke fase is aangebroken. Zij wil graag met het Aw en WSW in gesprek of in deze nieuwe fase van deze organisaties een adviesrol te verwachten is. Hierop geven beide organisaties een volmondig ‘ja’ terug. Er wordt gezamenlijk wel geconstateerd dat de NPA leidt tot reuring op de werkvloer, bij zowel toezichthouders als woningcorporaties.

Ton Hugens geeft mee dat hij uit eigen ervaring mee wil geven dat het niveau en de kwaliteit in de boardroom bij woningcorporaties hoog is, bijvoorbeeld ten opzichte van zorgorganisaties waar hij wel eens anders tegenkomt. Ton Hugens geeft helder aan wat bestuurders zelf kunnen doen om te stretchen: “het gesprek met ons aangaan”. Hij geeft aan dat van de experimentenregel nog geen gebruik is gemaakt door corporaties, terwijl die niet voor niets is opgezet.

Rob Rötscheid benadrukt dat de NPA sector breed te betalen is en werpt de vraag op of het dan ook sector breed geregeld zou moeten worden.

Martin van Rijn wil los van het korte termijn-denken en vindt het belangrijker dat als sector een stabiele koers wordt bevaren die bij stuurbaar blijft. Deze gedachtenlijn lijkt door velen in de zaal te worden onderschreven, waarin corporaties geacht worden een realistische korte termijnplanning te kunnen laten zien en voor de langere termijn meer in scenario’s te gaan werken.

Verschillende inbreng van huiskamergasten zijn niet belicht, maar de oproep van Jan Wim Franken wordt u niet onthouden: “Het is leuk in deze sector, dat moeten we niet vergeten”.

Voor herhaling vatbaar

Annelies Barnard geeft als voorzitter van de NVBW de afsluitende woorden mee dat we pas net los zijn met de Nationale Prestatieafspraken en dat we daarom het gesprek met de toezichthouders moeten voortzetten. Over een jaar praten we verder!