Masterclass 17 september 2021

Het is de eerste keer dat de NVBW-leden elkaar weer fysiek ontmoeten. Enthousiasme en levendigheid vullen de zaal. Ter plekke draagt Fokke & Sukke-auteur Bastiaan Geleijnse daaraan bij met rake tekeningen. Het gespreksthema is er niet minder inhoudelijk om. De druk op commissarissen om nadrukkelijker betrokken te zijn bij strategie en beleid van de corporatie neemt toe. Hoe ga je daar als corporatiebestuurder mee om? Hoe voer je hierover met elkaar het goede gesprek? Wat betekent het voor je eigen rolinvulling?

De verhouding tussen bestuurder en commissarissen is anders dan tien jaar geleden, zegt Rienk Goodijk. Het inhoudelijk debat wordt steeds belangrijker. Hoe voer je dat gesprek op een goede manier? Hoe gaan we in de boardroom van afvinkgedrag naar strategisch partnerschap? De bijzonder hoogleraar Governance van de VU vindt dat we in ieder geval moeten stoppen met het verhaal ‘dat bestuurder en commissaris niet op elkaars stoel mogen gaan zitten.’ Dat haalt alle dynamiek uit de samenwerking, zegt hij. ‘Soms moet je juist op het puntje van de stoel van de ander gaan zitten.’

Waar het volgens hem om draait: voegt wat je met elkaar doet waarde toe aan de maatschappelijke opdracht van corporaties? ‘Daarbij helpt het niet als de agenda van het overleg tussen bestuurder en RvC zo’n 25 punten telt’, zegt Goodijk. ‘Vergaderingen die altijd uitmonden in Q and A-sessies dragen daar evenmin aan bij.’

Mythes afbreken

Zoek samen naar de kern van het debat, adviseert hij. Niet op basis van zekerheden, maar juist door onzekerheden en twijfels bespreekbaar te maken: ‘Durf mythes van het zeker weten af te breken.’ Ga bijvoorbeeld samen op zoek naar de betekenis van de energietransitie voor het werk van de corporatie, geeft hij als voorbeeld. ‘Durf als bestuurder te zeggen: dat was een interessant debat en jullie hebben mij aan het twijfelen gebracht’, spoort hij de corporatiebestuurders aan. Lachend: ‘Of misschien wel: interessant gesprek, maar eigenlijk vond ik jullie in deze discussie een maatje te klein voor mij.’ Kortom: in de onderlinge verhouding gaat het niet alleen om samenspel, maar ook om tegenspel. ‘Die manier van werken leidt tot meerwaarde.’

‘Hoe doen jullie dat?’, vraagt dagvoorzitter Ruben Maes aan de ervaringsdeskundige gasten in deze masterclass. ‘Hoe proberen jullie die goede gesprekken in de praktijk te voeren?’ Cynthia Piqué is sinds 1 januari 2021 RvC-lid bij Havensteder. ‘Het begint bij mezelf’, zegt ze. ‘Ik probeer weg te blijven van detail-discussies en zoek in het gesprek met de bestuurders naar meer ruimte voor de onderstroom. Dan ontstaat er dynamiek.’ Maar de grote stapels agendastukken maken dat niet eenvoudig, vervolgt ze. ‘Daardoor is er inderdaad vaak alleen maar ruimte voor een vraag-antwoord aanpak.’

Vonken en afvinken

Annelies Barnard herkent dat. ‘We willen vonken, maar we moeten zoveel zaken afvinken’, zegt de directeur-bestuurder van de Woningstichting in Wageningen. ‘Hoe doe je dat als de agendastukken van het overleg tussen bestuurder en toezichthouder zo’n 700 pagina’s tellen?’, illustreert ze dat vraagstuk.

Een herkenbare worsteling, blijkt uit de reacties. Soms zijn het de commissarissen die vragen om veel informatie. ‘Omdat het juridisch gezien van ze verwacht wordt’. Soms is het de bestuurder die graag veel documenten aan de agenda toevoegt. ‘Vooral de stukken waar ik trots op ben’, bekent een directeur.

De bestuurders geven elkaar tips om het anders aan te pakken. Een ‘oplegnotitie’ met een korte samenvatting van de belangrijkste thema’s voor de vergadering, inclusief een lijstje met dilemma’s. Of kiezen voor een afwijkende volgorde van agendapunten: eerst tijd vrijmaken voor discussie en pas aan het slot zaken afvinken. Een bestuurder overweegt zelfs om sommige agendapunten enkel met een plaatje te agenderen: een kikker die het thema ‘vergroenen’ symboliseert. Er blijkt inderdaad behoefte te zijn om op een andere manier in gesprek te gaan met de interne toezichthouder. Q and A’s vaker te verruilen voor debatten over ‘dat wat er echt toe doet’.

Netwerk van toezichthouders

Ook de netwerkrol van toezichthouders komt ter sprake. Diederik Hommes, RvC-voorzitter bij De Woningraat en toezichthouder bij Zayaz., benadrukt het belang om vooraf te bespreken met welke belanghouders van de corporatie de RvC-leden in gesprek gaan. Dat komt ook aan de orde in een van de fictieve casussen die de deelnemers groepsgewijs bespreken. Een corporatiebestuurder heeft een gespannen relatie met de gemeente. Na een gemeentelijk besluit over het percentage sociale huur in een ontwikkelingslocatie escaleert de situatie. Wat doe je dan als bestuurder wanneer je RvC-voorzitter samen met een commissaris in gesprek wil gaan met de wethouder? Het netwerk van de RvC gebruiken, vinden de meeste masterclassdeelnemers. Maar daarover eerst aan de voorkant heldere afspraken maken. Er blijft discussie over de vraag of de rol van de RvC in zo’n situatie vooral relationeel blijft, of meer inhoudelijk kan zijn. Duidelijk is in ieder geval dat de bestuurder de commissarissen moet kunnen vertrouwen in hun netwerkrol.

Welke inzichten nemen jullie mee naar je eigen RvC, vraagt Maes aan het slot van deze masterclass. Meer twijfelen, af durven stappen van de mythe het allemaal zeker te weten, dilemma’s met elkaar delen, krijg hij onder meer te horen. ‘Op het puntje van elkaars stoel zitten, betekent dus niet op de wip zitten’, zegt een bestuurder. ‘Daar gaan we mee oefenen.’

Nieuw logo bij 10-jarig jubileum

Dan is het tijd voor Fokke en Sukke om het nieuwe logo van de NVBW te onthullen. Het is een van de intermezzo’s in de korte viering van het 10-jarig jubileum. Voorzitter Karin Verdooren staat stil bij enkele mijlpalen in het afgelopen decennium. Rob Donninger, directeur-bestuurder SSH, trakteert de aanwezigen op een kennisquiz: Wat weet u over 10 jaar NVBW? Hoe zit het bijvoorbeeld met de man-vrouw-verdeling? (Het merendeel van de aanwezigen weet het juist antwoord: 34%.)