De overgangspremie VPL maakt geen onderdeel uit van de WNT-bezoldiging van topfunctionarissen als deze zelf niet voldoen aan de criteria voor vervroegde uittreding en – nu en in de toekomst – geen aanspraak kunnen maken op uitkeringen in het kader van de overgangsregeling voor werknemers die vroeger onder de Ingroei-VUT-regeling van het pensioenfonds voor de woningcorporaties vielen.
Dit bepaalde de rechtbank Midden-Nederland in een uitspraak van 13 augustus jl. Hierbij ging het om een gezamenlijke procedure van de RvC en de bestuurder. De corporatie stelde de procedure in naar aanleiding van de toezichtbrief van de Autoriteit woningcorporaties (Aw) waarin de Aw aangaf dat de overgangspremie VPL, op grond van de Uitvoeringsregeling WNT, wel meegenomen had moeten worden in de berekening van de WNT-bezoldiging van de bestuurder. Omdat hierdoor het WNT-maximum zou worden overschreden was in de opvatting van de Aw sprake van onverschuldigde betaling.
De uitspraak van de rechtbank vindt u hier.
De VTW en NVBW zullen in gesprek gaan met het ministerie van BZK over de gevolgen van deze rechtelijke uitspraak en zullen u uiteraard op de hoogte houden hiervan.